Het is maart 2021. De ANBI-status is binnen. We weten inmiddels zeker dat we de verzamelde E40.000 ook echt kunnen gaan verdelen. Binnenkort krijgen vijf mensen acht maanden lang E1.000.
Deelname aan Collectief Kapitaal door mensen die onder de Participatiewet vallen, is helaas niet mogelijk, want anders verliezen zij hun uitkering. Ondanks meerdere gesprekken hierover, ook in Den Haag, wordt hiervoor geen uitzonderingsruimte gemaakt. Daarom richt onze campagne zich op mensen die werken, maar toch op of onder het bestaansminimum leven.
Dit is een grote groep mensen in Nederland voor wie bestaande voorzieningen en regelingen tekortschieten. Dit wordt ook beaamd door verschillende ambtenaren, welzijnswerkers en beleidsmedewerkers die we hierover spreken. Later in het jaar (september 2021) verschijnt er een rapport van de SER over ‘werkende armen’ en de wijze waarop beleid volkomen tekortschiet voor deze groep.
Stabiel bestaan
De inschrijfcampagne in Amsterdam richt zich op inwoners van Amsterdam Noord binnen postcodegebied 1025 AA t/m 1025 ZZ. Zij kunnen zich aanmelden voor Collectief Kapitaal.
Het is een uitnodiging om samen te bouwen aan een samenleving waarin ieder mens een waardig en stabiel bestaan kan opbouwen. Waaraan Amsterdammers uit Noord een bijdrage kunnen leveren door acht maanden lang een schenking te ontvangen. Indien zij daarvoor kiezen*, kunnen ze deelnemen aan een onderzoeksproces dat geleerde lessen uit onze praktijk breder met de wereld deelt. *) Men kan ook anoniem blijven en niet actief deelnemen op andere manieren.
Werkgroep inschrijfcampagne
De ontwerpprincipes van de campagne worden gebaseerd op onze kernwaarden vertrouwen, waardigheid, onvoorwaardelijkheid en autonomie. Maar hoe geef je die woorden betekenis in een campagne? Welke taal gebruik je? Hoe communiceer je over het aanmeldproces en de contactmomenten die je organiseert? De werkgroep ‘open inschrijving’ werd in het leven geroepen en gaat met deze vragen aan het werk. Tweewekelijks komen zes leden uit het collectief samen om de inschrijfcampagne op te zetten.
In een buurt met meer dan 100 nationaliteiten, hoe spreek je dan zoveel mogelijk mensen aan? We laten ons informeren. Vertalen in alle moedertalen – dat is voor ons geen mogelijkheid. En er een paar kiezen en anderen niet: wat betekent dat? We kiezen voor Nederlands en Engels als dragers van ons verhaal. In iedere brievenbus belandde zo onze tweetalige boodschap.
Maar niet voordat we ons lieten bijstaan door de sleutelfiguren uit de wijk. Van de lokale ondernemers, de woningcoöperatie tot de wijkagenten. Deze mensen kennen het sociale weefsel van de buurt. Tijdens meerdere avonden in kleine zaaltjes vol betrokkenen is dankzij hun ons verhaal verder aangescherpt. Zo bouwden we aan het vertrouwen in de wijk.
We zijn met elkaar van deur tot deur gegaan. In iedere brievenbus stoppen we ons verhaal. Op straat voeren we gesprekken over bestaansonzekerheid. Tussendoor botsen we ook. Op argwaan en gefrons. Wie zijn wij dat we denken ‘iemand te kunnen gaan redden’? Op straat worden we ook geconfronteerd met de verlegenheid die bij mensen ontstaat als we in gesprek raken. Ik meedoen? Ben ik wel bestaansonzeker genoeg? Iedereen kent altijd wel iemand die het meer verdient dan zijzelf. Wanneer ‘mag’ je jezelf toestaan zoiets aan te nemen? In de gesprekken in de meer vermogende kringen voerde de angst voor misbruik van de schenkingen de boventoon. In de gesprekken op straat zien, voelen en horen we een heel andere dynamiek.
Voor de inschrijving dachten wij vanuit vertrouwen te handelen door bij inschrijving alleen om iemands naam, de postcode en het telefoonnummer te vragen. Minimale gegevens, die enkel worden gecontroleerd op volledigheid. Een bewuste keuze om geen informatie over de inkomenssituatie te vragen. Maar ook dat stuit bij anderen juist op vraagtekens. Waar zit de adder, vragen sommigen zich af.
Lerende houding
We waren tevreden over het verloop van de eerste inschrijfcampagne. En gaandeweg ontdekten we ook onze eigen blinde vlekken. We waren zo bezig om ‘vertrouwen uit te stralen’ dat we ons te weinig hebben afgevraagd waarom andere mensen ons zouden vertrouwen? Het idee “Collectief Kapitaal komt even landen in 1025” was behoorlijk eenrichtingsverkeer.
Iedere stap die we zetten met Collectief Kapitaal, zeker de allereerste grote stap, is een oefening. We ontdekken doordat we het doen. Dat doen we niet altijd in een keer goed.
Dat mag. Dat kan. Zolang de nieuwe inzichten weer ingebed worden in het vervolg. Bijvoorbeeld bij een andere aanpak voor nieuwe campagnes en andere steden. Een lerende houding helpt ons verder in het ontdekken van ‘niet-weten’ en het onderzoeken van mogelijkheden. In actie komen, confronteert je ook met de gewenning van je privileges, een positie die je inneemt of een bepaalde (vastgeroeste) overtuiging die je hebt. De ervaring van de actie is ook een spiegel voor het eigen handelen.
Uiteindelijk hebben tientallen mensen zich aangemeld voor de inschrijving in Amsterdam Noord en zijn er via loting vijf mensen geselecteerd.