Het is 25 maart 2022. Op de website Sociale Vraagstukken is het eerste artikel over Collectief Kapitaal gepubliceerd. Jaswina Elahi van onze werkgroep onderzoek schrijft hierin over de inzichten van het eerste half jaar.
“De voorlopige resultaten laten zien dat Collectief Kapitaal bijdraagt aan het vergroten van bestaanszekerheid. De toegenomen bestaanszekerheid bestaat uit financiële zekerheid (geen gebrek aan geld en eten), geen stress of suïcidale gedachten, rust om te focussen op andere aspecten in het leven.
Maar opmerkelijk is ook dat de vijf deelnemers zich voor het eerst gezien en gehoord voelen. Dat was nieuw. Tijdens eerdere ervaringen met scholen en gemeentelijke uitvoerende diensten hadden zij een dergelijke ervaring niet. Ze hebben het gevoel dat hun leven telt en van waarde is. Hun vertrouwen in mensen is ook merkbaar toegenomen.
Ook het gevoel van waardigheid is zichtbaar verbeterd. Door de extra financiële ruimte kunnen zij (of hun kinderen) een opleiding volgen of deelnemen aan activiteiten. Op hun beurt delen zij ook en beleven plezier daaraan zoals het kopen van een kerstmaaltijd voor de hele familie, cadeautjes voor de kinderen of het trakteren van vrienden”.
Het artikel wordt veelvuldig gedeeld en we krijgen vanuit allerlei kanten aanvragen om in gesprek te gaan en onze kennis te delen.
Een aantal maanden na dit artikel, publiceren we ons volgende artikel waarin we stilstaan bij de veranderingen die we waarnemen bij de mensen die iets delen met Collectief Kapitaal. In deze resultaten zijn de pers en beleidsmakers veel minder geïnteresseerd. En dat is jammer.
Wij de gemeenschap
Het is ook exemplarisch voor wat we bij Collectief Kapitaal meemaken. Als gemeenschap kunnen we maar moeilijk de collectieve verantwoordelijkheid in grote maatschappelijke vraagstukken doorvoelen. Er gaat veel aandacht uit naar individuen, en dan met name naar degene die wordt gekenmerkt als ‘kwetsbaar’ en ‘hulpbehoevend’. Daar, in die levens moet de verandering plaatsvinden. De andere laag waar veel comfort zit, is de laag van de overheid. Daar moet ook verandering plaatsvinden. Zij moeten ook iets anders doen en laten. Het beleid moet anders, de regels moeten anders. Het collectief in het midden, wij, de gemeenschap, en hoe die onderdeel is van die (morele) vraagstukken: daar gaat weinig aandacht naar uit. Daar lijkt het te stokken. Want wat kun je daar eigenlijk teweegbrengen? Wat is daar zinvol? Hoe ‘grijp’ je die verandering? En wiens verantwoordelijkheid is dat eigenlijk?
Wij geloven juist dat daar - in de samenkomst van mensen en hun levens - het verschil wordt gemaakt. Waar het stokt, zetten wij nieuwsgierigheid en verbeelding in. Als je de ander eenmaal hebt gezien in zijn totaliteit, voorbij het eerste oordeel, dan kun je die mens daarna nooit meer niet zien. En dat maakt dat je je anders tot jezelf, het collectief en de wereld gaat verhouden.
Verandering en frustratie
Alleen dat is niet zo’n grijpbare verandering. Het is moeilijk om daarover iets te zeggen in de trant van impact. En dat is complex. Want ben je voor dan de buitenwacht wel nuttig bezig? Nieuwswaarde versus nieuwsgierigheid. Maak je dan wel echt een verschil? Breng je dan wel iets teweeg? En wie wíl dat verschil zien, wie doet daar echt moeite voor, vanuit een open nieuwsgierige houding?
Onze nieuwsgierigheid heeft vaak geen grote nieuwswaarde. Dat is soms frustrerend. We oefenen ons in het leren verdragen dat verschil maken niet alleen maar gebeurt via de weg van systeemverandering, maar in onszelf. En vervolgens in onze straten en wijken, en dat daar misschien vooral verzachting en vertraging voor nodig is. Maar ook dat moet gezien en gehoord worden. Maar hoe? Dat is een punt waar veel frustratie zit. Iets wat we binnen de praktijk van Collectief Kapitaal iedere dag ervaren.